Life Fitness 95TE Treadmill User Manual


 
36
H
EUVEL
De door Life Fitness gepatenteerde HEUVEL training biedt diverse configuraties voor intervaltraining.
Intervallen zijn periodes van intense cardiovasculaire training met daartussen regelmatige periodes van
minder intensieve training. Op het scherm TRAININGSPROFIEL worden deze hoge en lage intervallen
weergegeven als kolommen van lichtjes, die er samen uitzien als heuvels en dalen. Het is
wetenschappelijk aangetoond dat de computergestuurde intervaltraining grotere cardiorespiratoire
vooruitgang bevordert dan training op een vast tempo.
De HEUVEL training doorloopt vier fasen, die elk een ander intensiteitsniveau hebben. Op het scherm
TRAININGSPROFIEL wordt de voortgang van deze fasen weergegeven. Zoals blijkt uit de
onderstaande beschrijvingen moet de hartslag tijdens twee stadia in de training worden gemeten om de
doeltreffendheid te kunnen beoordelen. Draag de hartslagborstband of houd de Lifepulse
TM
handgrepen
continu vast. In het berichtengebied wordt geen verzoek om een hartslagmeting weergegeven, zoals
wel het geval is bij CARDIO, VETVERBRANDING en de HARTSLAGZONETRAINING programma's.
1 Opwarming is een fase van lage, geleidelijk toenemende weerstand, waarin de hartslag tot
de ondergrens van de streefzone komt en de ademhaling en bloedstroom naar werkende
spieren toenemen.
2 In Plateau neemt de intensiteit iets toe en blijft deze constant zodat de hartslag tot de ondergrens
van de streefzone komt. Controleer de hartslag aan het einde van deze fase.
3 Intervaltraining is een serie steeds steilere heuvels, afgewisseld door dalen om op adem te
komen. De hartslag moet toenemen tot de bovengrens van de streefzone. Controleer de hartslag
aan het einde van deze fase.
4 Afkoeling is een minder intense fase waarin het lichaam kan beginnen met de afvoer van melkzuur
en andere bijproducten van training, die zich in de spieren ophopen en mede oorzaak van spierpijn
zijn.
Elke kolom die u in het TRAININGSPROFIELSCHERM en bovenstaande tabel ziet, staat voor één
interval. De totale duur van de training bepaalt de lengte van elk interval. Elke training bestaat uit 20
intervallen, dus de duur van elk interval is gelijk aan de duur van de gehele training gedeeld door 20.
1 tot 9 minuten: Een training die minder dan 10 minuten duurt, is te kort voor het HEUVEL programma
om alle vier de fasen goed te kunnen voltooien. Bij een dergelijke training condenseert het programma
dus diverse stadia.
10 tot 19 minuten: De duur van de intervallen is aanvankelijk op 30 seconden ingesteld voor een
training van 10 minuten. Voor elke minuut boven de 10 neemt elk interval met drie seconden toe. Een
training van 15 minuten bestaat uit 20 intervallen van elk 45 seconden.