STOP
Wanneer u eenmal op de STOP-toets drukt stopt de band. Het
bedieningspaneel bewaart snelheid, hellinghoek en de resultaten
die tijdens de training behaald zijn. In het menu VOORKEUR-
INSTELLINGEN kunt u bepalen hoe lang deze gegevens bewaard
moeten worden (1-5 minuten). Na de onderbreking kunt u de
training hervatten. Als u opnieuw op de STOP-toets drukt, of
wanneer de bewaartijd van de gegevens verstreken is, zal het
scherm weliswaar nog steeds de waarden van de onderbroken
training tonen maar is het niet meer mogelijk om de training met
deze waarden voort te zetten.
2.2.2. FUNCTIES
Het scherm laat altijd zien welke functie actief is, door een
signaallampje naast de aanduiding van de betreffende functie.
DISTANCE (Afstand)
Toont de afgelegde afstand in kilometers (00,0 - 99,9) of mijlen.
% ELEVATION (Loophoek)
Toont de gekozen hellinghoek (0-10%).
PULSE (Hartslag meting, optie)
Toont uw hartslag (zie 2.13. HARTSLAGMETING).
TOTAL TIME (Tijd)
Toont de verstreken tijd in minuten en secondes (00,00 - 99,59).
PACE (Tempo)
Toont de tijd die nodig is om met de door u gekozen snelheid een
kilometer of mijl af te leggen.
WEIGHT (Gewicht)
Toont het gewicht dat u heeft ingevoerd.
SPEED (Snelheid)
Toont de snelheid van de band in kilometers per uur (1,5 - 16,0 km/
u) of mijl per uur (1 - 10 mph).
CALORIES (Calorieverbuik)
Toont het geschatte calorieverbruik in kilocalorieën (0-999 kcal)
gedurende de training. Het bedieningspaneel schat uw
calorieverbruik op basis van uw gewicht, trainingstijd, snelheid en
hellinghoek. Omdat het vermogen om energie te produceren niet
voor iedereen gelijk is, vormt de waarde die het bedieningspaneel
berekent slechts een ruwe schatting.
MEMORY
Het lampje naast memory brandt indien u een memory- of een van
de vijf vooraf ingestelde programma’s gebruikt.
2.2. BEDIENINGSPANEEL
2.2.1. TOETSEN
RESET
Met de RESET-toets kunt u de verstreken tijd, afgelegde afstand en
het calorieverbruik op nul stellen wanneer de band loopt. Wanneer
de band stilstaat dient de RESET-toets om terug te keren naar het
menu “GEWICHT INVOEREN”. In dit menu kunt u met de pijltoetsen
uw gewicht invoeren en bevestigen met ENTER, of direct de
standaardwaarde accepteren met ENTER.
SCAN/SELECT
Met de toets SCAN/SELECT kunt u vensters automatisch
doorbladeren of een bepaalde regel selecteren.
+ EN - PIJLTOETSEN (SET/ADJUST)
Met deze pijltoetsen kunt u uw gewicht in kilogrammen of in Engelse
ponden opgeven. Deze informatie is nodig voor het berekenen van
het calorieverbruik tijdens de training. Deze pijltoetsen worden ook
gebruikt in het menu “VOORKEURINSTELLINGEN”. Bij het instellen
van het programma voor trainen met constante hartslag worden
deze pijltoetsen gebruikt om te bepalen op welke wijze de hartslag
onder controle gehouden wordt en om de maximale bandsnelheid
en de bovengrens van de gewenste hartslag in te stellen.
PIJLTOETSEN “UP” en “DOWN” (% ELEVATION)
Met de toets UP kunt u de hellinghoek van de band vergroten, in
stappen van 1%. Hierbij zal het achterste deel van de band dalen,
waardoor de hellinghoek toeneemt. De toets DOWN dient om de
hellinghoek te verkleinen (ook in stappen van 1%). Het achterste deel
van de band zal omhoog komen waardoor de hellinghoek afneemt.
ENTER
Met ENTER kunt u de door u ingevoerde waarde of de
standaardwaarde voor uw gewicht accepteren. ENTER wordt ook
gebruikt in het menu “VOORKEURINSTELLINGEN”.
MEMORY
Met de toets MEMORY kunt u een van de trainingsprogramma die
u zelf heeft opgesteld opslaan of starten, of een van de negen reeds
geïnstalleerde trainingsprogramma’s starten. Wanneer een van uw
eigen programma’s of een geïnstalleerd programma actief is, brandt
naast de tekst MEMORY een signaallampje.
SCHILDPAD (SPEED/SLOW)
Door op de toets SPEED/SLOW te drukken kunt u de snelheid van
de band laten afnemen, in stappen van 0,1 km/u of 0,1 mph.
HAAS (SPEED/FAST)
De toets SPEED/FAST dient om de snelheid van de band te doen
toenemen, in stappen van 0,1 km/u of 0,1 mph.
45
NL
A
I
J
L
K
B
C
D
E
F
G
H
A
B
E
F
J
L
G
C
I
D
H
K