47
NL
ST2520-64
Algemene aanwijzingen
Systeemsignalen
Inschakelen
Bij het inschakelen, tijdens de segmenttest wordt een geluid
hoorbaar.
Maximale polsslag overschrijding
Wordt bij de ingestelde maximale polsslag met een polsslag
overschreden, zijn voor die tijd 2 korte tonen hoorbaar.
Programmeringen
Bij het bereiken van de tijd-, afstand- en KJoule/kcal program-
mering knippert de betreffende waarde.
Recovery
Berekening van het conditiecijfer (F):
conditiecijfer (F) = 6.0 –
(
10 x (P1–P2)
)
2
P1
P1 = belastingpolsslag P2 = herstelpolsslag
F 1.0 = zeer goed F 6.0 = onvoldoende
Voor het berekenen van het conditiecijfer dienen de volgende
verschillen per geval uitgevoerd te worden:
1. P1 is kleiner dan P2 (P1 – P2 = negatief)
Er wordt een conditiecijfer 6.0 gegeven, getoond polsslagver-
schil = 0
2. De waarde tussen de haakjes is groter dan 5.0
Er wordt een conditiecijfer 1.0 gegeven.
3. P1 is groter dan P2 en de waarde tussen de haakjes ligt tus-
sen 0 tot 5.0
Berekening gemiddelde waarde
De berekening van de gemiddelde waarde heeft betrekking op
de uitgevoerde trainingseenheden tot een reset of de standby-
modus.
Aanwijzingen voor polsslagmeting
Deze trainingscomputer meet de polsslag via de borstgordel.
De ontvanger bevindt zich in het apparaat. De polsslagmeting
begint als het hart in de display in tact met uw polsslag knip-
pert.
Borstgordel
Neem de daarbij horende handleiding in acht.
Remniveau weergave
De remniveauverstelling is in stappen van 1-10 ingedeeld. Is
deze indeling gestoord of verloren gegaan, kunt u deze op
onderstaande wijze weer instellen:
• Controleer of de 3-polige verbindingskabel in de achterzijde
van de computer gestoken is.
• Batterijen plaatsen en “SET” toets daarbij indrukken tot een
segmenttest heeft plaatsgevonden.
• Handwiel op minimale instelling terugdraaien en bij de weer-
gave: 0%, BRAKE 0 de “SET” toets indrukken.
• Handwiel op maximale instelling draaien en bij de weerga-
ve: 100%, BRAKE 10 de “SET” toets indrukken.
De procedure in afgesloten.
Batterijwisseling storingen bij de trainingscom-
puter
Noteer de kilometerstand. Bij zwakke weergave, polsslagpro-
blemen en merkwaardig gedrag van de trainingscomputer de
batterijen vervangen. De trainingskilometers gaan daarbij verlo-
ren. De tijd dient opnieuw ingesteld te worden.
Woordenlijst
Leeftijd
Programmering voor berekening van de maximale polsslag.
Dimensie
Eenheden voor weergave van km/h of mi/h, Kjoule of kcal.
Vetverbrandingspolsslag
Berekende waarde van: 65% maximale polsslag
Fitnesspolsslag
Berekende waarde van : 75% maximale polsslag
Woordenlijst
Een verzameling van verklaringspogingen.
HI-symbool (pijl wijst omhoog)
Verschijnt “HI” is een doelpolsslag 11 slagen te hoog. Knippert
HI is de maximale polsslag overschreden. “HI” – bewaking is
altijd actief.
LO-symbool (pijl wijst omlaag)
Verschijnt “LO” is een doelpolsslag 11 slagen te laag. “LO” –
bewaking is actief als tijdens de training de doelpolsslag
bereikt werd.
Maximale polsslag
Berekende waarde uit 220 minus leeftijd.
Menu
Veld waarin waardes ingegeven of gekozen moeten worden.
Polsslag
Meten van de hartslag per minuut.
Recovery
Herstelpolsslagmeting bij trainingseinde. Uit de beginpolsslag
en eindpolsslag van een minuut wordt de afwijking en een con-
ditiecijfer berekend. Bij gelijke training is de verbetering van dit
cijfer een maatstaf voor conditieverbetering.
Reset
Wissen van de velden en nieuwe start van de computer.
Doelpolsslag
Invoeren van een bepaalde polsslag, die bewaakt dient te wor-
den.