49
hartslaggordel. Als de hartslagmeting niet in
gebruik is, toont het display van het interface. Als
teken dat de meting verricht wordt, knippert er
een vierkantje op de display op het ritme van de
gemeten hartslag.
STORINGEN
De interface meldt de storingen op het screen aan.
Een storingscode is te herkennen aan de afkorting
Err.
13 De snelheid van de loopmat is hoger dan de
instelling: het advies van de gebruiksaanwijzingen
betreffende het toestel volgen.
15 De loopmat reageert niet op besturing:
Smering van de loopmat controleren en de
gebruiksaanwijzingen volgen.
71 Liftmotor of de overbelasting daarvan: de
trainer 5 minuten niet gebruiken en daarna
herstarten. Als de melding niet verdwijnt, contact
met de dealer of Tunturi opnemen.
Druk op de RESET-toets om alle foutcodes van
het display te verwijderen. Indien een van deze
storingsmeldingen blijven terugkomen, neem dan
contact op met uw dealer of met Tunturi.
POSITION SPEED CONTROL (PSC)
In de functie Position Speed Control (PSC) regelt
u de snelheid van de loopmat door uw plaats op
de mat te veranderen. De snelheid van de loopmat
verhoogt, als u zich naar voren beweegt, en ze
verlaagt, als u zich naar achteren beweegt, en ze
blijft dezelfde, als u zich op het middenvlak van de
loopmat blijft voortbewegen.
BELANGRIJK! Het gebruik van de PSC-
functie veronderstelt het gebruik van een Polar
hartslagriem. Als teken van de meter dat de
hartslagmeting functioneert, knippert - als de
display de Heart Rate aangeeft - er een vierkantje
op.
BELANGRIJK! Maak de klem van de
veiligheidssleutel altijd zorgvuldig aan uw hemd
vast als u de PSC-functie gebruikt. Regel de lengte
van de snoer van het veiligheidssleutel zo, dat het
zich van de meter losmaakt, als u te ver naar
achteren gaat.
BELANGRIJK! Als u met behulp van de
PSC-functie traint, mag er in de nabijheid
van de loopmat geen andere hartslagzender zijn
- de onderlinge afstand tussen de loopmatten
moet minstens twee meter bedragen; gelijktijdige
signalen van twee zenders brengen de
gebuikersveiligheid in gevaar, omdat ze de sturing
van de PSC-functie in de war brengen.
1. Begin het gebruik van de PSC-functie door de
limieten van de snelheidsbereiken in te stellen.
Druk dan op de PSC-toets van de meter.
•
Op de display verschijnt de tekst PSC ON. Druk
op de OK-toets.
•
Op de display verschijnt de tekst SET UP YES.
Druk op de OK-toets.
•
Op de display verschijnt de tekst POS 1 YES. Ga
staan zoals in de tekening Pos 1 wordt aangegeven,
met de punten van uw schoenen ter hoogte van de
geruwde voorrand van de randplaten.
Druk OK in, waardoor de meter uw
loopafstand meet op basis van het hartslagsignaal.
Als de meting van zes seconden voorbij is,
verschijnt er op de display de tekst POS 2 YES.
Ga nu staan zoals in de tekening Pos 2 wordt
aangegeven, met de achterkant van de hakken
van uw schoenen ter hoogte van de geruwde
achterrand van de randplaten. Druk OK in, waarna
de meter uw loopafstand meet op basis van het
hartslagsignaal. Als de meting van zes seconden
voorbij is, verschijnt er op de display de tekst SET
UP READY (de instelling is klaar).
Pos 1 Pos 2
•
Indien de meter niet op het hartslagsignaal
reageert of indien er een probleem ontstaat bij
de meting van de loopafstand, laat de meter op
de display weer het teken SET UP verschijnen. Bij
zulke storingssituaties verschijnt er op de display
gedurende vijf seconden de tekst Hr Err.
2. Kies de trainingsvorm Manual of de op
de instelling van de hellingshoek gebaseerde
standaardhartslagtraining. Hierbij kunt u de
snelheid van de loopmat regelen met behulp van de
PSC-functie. Of de PSC-functie geactiveerd is, kunt
u zien, doordat het PSC-lichtsignaal van de meter
brandt. Op het J7/F-model bevinden zich drie PSC-
signaallampjes die aangeven in welk snelheidsbereik
u zich telkens bevindt.
3. Begin uw trainingskeuze door op de START-
(haas)-toets te drukken en regel de snelheid van de
loopmat door er naar voren of naar achteren op
te bewegen. Let u er wel op, dat tijdens de PSC-
functie ook de toetsen van de snelheidsreguilatot
(schildpad/haas) functioneren.
OPGELET! Indien de PSC-functie u niet al
van vroeger bekend is, raden wij u aan, u in een
rustig trainingstempo met deze functie vertrouwd
te maken.
4. U schakelt het gebruik van de PSC-functie uit
door na beëindiging van uw training twee keer op
de STOP-toets te drukken.
5. Als de limieten van de snelheidsbereiken naar
uw mening in orde zijn, kunt u de PSC-functie
voortaan in gebruik nemen door alleen maar op de
PSC-toets te drukken en daarna de trainingsvorm
te kiezen, die u wenst. Als u de limieten van
N L
HA NDL EID ING • J7 • J 7F