48
•
In de SET functie kunt u het gebruikergewicht,
de limiet instellingen van de hartslag, het gebruik
van waarschuwingssignaal en de meeteenheden
instellen.
•
De RESET-toets stelt de displays van tijd, afstand
en energieverbruik op nul bij alle trainingen.
CUSTOM START
Met de CUSTOM START (de direct-start-toets)
begint de Manualtraining direct met de snelheids-
en hoekinstellingen, bepaald door de gebruiker.
Bij andere trainingen werkt CUSTOM START als de
HAAStoets.
INSTELLEN, OK EN SCAN/HOLD
Via de pijltoets-rechts kunt u van de ene
instellingspositie naar de volgende overgaan, met
de toets omhoog / omlaag worden de waarden
ingesteld.
De OK-toets, waarmee de keuzen worden
bevestigd, is tussen de insteltoetsen geplaatst.
Om de zes seconden wijzigt de meter de
geregistreerde waarden op de display.Als u een van
de waarden langere tijd in de gaten wilt houden,
moet u op de toets SCAN/HOLD drukken. Daarmee
houdt u de getoonde waarde op de display vast.
Als u dan weer de elkaar afwisselende waarden op
de display wilt volgen, moet u de vergrendeling
vrijgeven door nog eens op de toets SCAN/HOLD
te drukken.
SNELHEID
Snelheid insteltoetsen (HAAS / SCHILDPAD - toets)
zitten onder het beeldscherm. Door op de toets
HAAS te drukken kunt u de snelheid van de band
te doen toenemen in stappen van 0,1 km/h.
De SCHILDPAD - toets dient om de snelheid
van de band laten afnemen in stappen van
0,1 km/h. Langer op deze toetsen drukken
maakt dat de snelheid sneller verandert. De
loopbandsnelheid is van 0,5 tot 16 km/h. Bij
bepaalde trainingsoefeningen kunt u deze toetsen
door de PSC-functie vervangen.
LOOPHOEK
Als u de toets voor de hellingshoekvergroting
indrukt, vergroot u trapsgewijs de hellingshoek
van de loopmat met telkens 1 %; als u de toets
voor de hellingshoekverkleining indrukt, verkleint
u trapsgewijs de hellingshoek van de loopmat
met telkens 1 %. Loophoek varieert van 0 %
(horizontaal) tot 10 %.
STOP
U beëindigt de training deer op de STOP-toets te
drukken. Als U éénmaal in trainingsproelen op
de STOP-toets drukt, gaat de loopmat over op een
5 minuten durende pauze, en tegelijk begint de
meting van de herstel hartslag automatisch. Tijdens
deze 5 minuten kunt u de afgebroken training
herstarten door het drukken op de HAAS-toets. U
beëindigt de training door nog eens op de STOP-
toets te drukken.
SET EN RESET
In SET-functie kunt u gebruikergewicht,
limietgrenzen voor hartslagniveau, gebruik van
alarmsignaal en meeteenheden instellen als volgt
1. Druk op de SET-toets.
•
Het display toont de tekst Set 1 (=
gebruikergewicht) aan. Stel in de gewenste waarde
in het midden display met de toetsen omhoog/
omlaag. Bevestig de waarde met de OK-toets;
vervolgens gaat u altijd naar de volgende instelling.
•
Het display toont de tekst Set 2 (= ondergrens
voor hartslag) aan. Stel de gewenste waarde in met
de toetsen omhoog/omlaag; bij Pulse Controlled
trainen is het niet mogelijk de limieten in te stellen!
Bevestig deze waarde met de OK-toets.
•
Het display toont de tekst Set 3 (= bovengrens
voor hartslag) aan. Stel de gewenste waarde in, met
de toetsen omhoog/omlaag; bij Pulse Controlled
trainen is het niet mogelijk de limieten in te stellen!
Bevestig deze waarde met de OK-toets.
•
Het display toont de tekst Set 4 (= gebruik van
alarmsignaal) aan. AUd ON op het scherm betekent
alarmsignaal aan, AUd OFF betekent signaal uit. Stel
deze met de omhoog/omlaag toetsen in. Bevestig
de waarde met de OK-toets.
•
Het display toont de tekst Set 5 (=
keuze van eenheden) aan. EU in het display
betekent EU-eenheden (= metrieke), US betekent
US-eenheden. Stel in met de omhoog/omlaag
toetsen. Bevestig de waarde met de OK-toets.
•
De limiet grenzen voor hartslag kunnen gewist
worden als u naar de instelling van hartslaggrenzen
gaat en op de RESET-toets drukt.
2. Om de SET-functie te verwijderen, druk op de
toetsen Manual, Pulse Control of Prog.
De RESET-toets stelt de tijd, afstand en
energieverbruik weer op 0. Let op: Bij het
ingedrukt houden van de SET-toets zal de
loopband stoppen en zal de training beëindigd
worden.
D I S P L AY S
Het controlelicht wijst op de waarde in gebruik.
•
SPEED = snelheid van de mat (0,5-16 km/h)
•
KCAL = energieverbruik (0-9999 kcal)
•
TIME = trainingstijd (met 1 s nauwkeurigheid
00:00-59:59, hierna met 1 minuut nauwkeurigheid
1:00-99:59).
•
ELEVATION = loophoek (0-10 %). 1 % hoek is
overeenkomstig 1 m verhoging op een lengte van
100 m.
•
DISTANCE = trainingsafstand (0,1-999,9 km)
•
HEART RATE = hartslagmeting (40-220). Meting
van de hartslagwaarden vereist gebruik van een
HA NDL EID ING • J7 • J 7F