Tunturi T60 Treadmill User Manual


 
NL
HANDLEIDING
T60
51
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij
Geheugenfunctie).
PROFIELEN
(aan het eind van de gebruiksaanwijzing vind u
gedetailleerde uitleg over de programma’s)
PROFIEL 1 (Hill Walk). Profiel met regelmatige
wijzigingen van de helling en een gelijkmatig, flink
wandeltempo. Het profiel is geschikt voor beginners
en actieve wandelaars. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde snelheid 5,2 km/h en de topsnelheid 5,8
km/h, de gemiddelde helling is 2,7 %.
PROFIEL 2 (Hill Jog). Profiel met afwisselende helling
en tamelijk gelijkmatig, licht jogtempo. Het profiel is
geschikt voor beginners en om de conditie op peil te
houden. Met standaardinstellingen is de gemiddelde
snelheid 6,9 km/h en de topsnelheid 7,2 km/h, de
gemiddelde helling is 1,9 %.
PROFIEL 3 (Hill Run). Profiel met gelijkmatige en
lichte helling en een gelijkmatig afwisselend flink
hardlooptempo. Het profiel is geschikt voor hardlopers.
Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid
11,6 km/h en de topsnelheid 12,5 km/h, de gemiddelde
helling is 1,8 %.
PROFIEL 4 (Rolling Hills). Afstandsprofiel: u kunt
de lengte van het profiel in kilometers instellen. Het
profiel is vooral bedoeld voor training in deze tak
van sport, maar zorgt ook voor afwisseling bij de
conditietraining. De maximale afstand is 42 km. Met
standaardinstellingen is de afstand 3 km, instelbaar in
stappen van 1 km. De hellingsinstellingen zijn van het
intervaltype, de gemiddelde helling is 2,4 %.
PROFIEL 5 (Fatburner 1). Hartslagprofiel met
lage intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en
afnemen van de hartslag. Het profiel is geschikt voor
gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde hartslag 114, maximaal 125.
PROFIEL 6 (Fatburner 2). Hartslagprofiel met
middelzware intensiteit, gebaseerd op toe- en afnemen
van de hartslag in intervallen. Het profiel is geschikt
voor conditietraining en gewichtsbeheersing. Met
standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 122,
maximaal 136.
PROFIEL 7 (Cardio). Hartslagprofiel met middelzware
intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen
van de hartslag, de hartslag blijft bijna de hele tijd
rond de 130-140. Het profiel is uitstekend voor
conditietraining. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde hartslag 129, maximaal 145.
PROFIEL 8
(Fit). Hartslagprofiel met zware intensiteit,
gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de
hartslag. De hartslag blijft bijna de hele tijd rond de
135-145. Het profiel is geschikt voor conditietraining
en -verbetering, voor mensen met een goede conditie.
Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag
133, maximaal 150.
GEHEUGENFUNCTIE
Voor de geheugenfunctie is de gebruikerscode vereist:
de training wordt opgeslagen onder de gekozen
gebruikerscode. U kunt in de meter 5 trainingen per
gebruikerscode opslaan.
UW EIGEN PROFIEL OPSLAAN
1. Geprogrammeerde profielen kunnen direct na afloop
van het profiel worden opgeslagen. U kunt de profielen,
manuele en HRC-trainingen beëindigen door een
keer op STOP te drukken; daarna kunt u de training
opslaan. Als u op de knop MEM drukt, komt u in het
geheugenmenu.
2. In het tekstveld van de meter wordt gevraagd op
welke geheugenlocatie u de training wilt opslaan (SAVE
AS OWN 1-5). Selecteer de gewenste geheugenlocatie
met de pijltoetsen en bevestig uw keuze met ENTER:
de training wordt nu op die geheugenlocatie opgeslagen.
3. Als alle geheugenlocaties al vol zijn, kunt u een
eerder gemaakt profiel vervangen door het nieuwe. In
het tekstveld van de meter wordt dan om bevestiging
gevraagd (REPLACE OWN 1-5). Bevestig met
ENTER. De training wordt nu op die geheugenlocatie
opgeslagen.
4. In het tekstveld van de meter wordt dit bevestigd
(SAVED AS OWN 1-5). De meter gaat automatisch in
de startmodus.
LET OP! In een profiel worden hoogstens 30 wijzigingen
van snelheid of hellingen opgeslagen! Het te bewaren
profiel moet minstens 10 minuten duren.
Uw eigen profiel gebruiken:
1. Kies uw gebruikerscode.
2. Druk op de MEM-knop.
3. Druk op de SELECT-knop tot het lampje van het
door u gewenste eigen profiel (O1-5 MEMORY) aan
gaat. Druk op ENTER om uw selectie te bevestigen.
Kies nu oftewel RERUN (profiel gebruiken zonder
wijzigingen) of RACE (profiel gebruiken als basis voor
wedstrijdfunctie) met de SELECT-knop.
4. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
5. Start het profiel met de START-knop.
6. In de functie RERUN kunt u uw eigen profiel
verhogen of verlagen en de wijzigingen opslaan.
WEDSTRIJDFUNCTIE
Door in het menu van de eigen snelheids/hoekprofielen
te kiezen voor RACE, kunt u een wedstrijd houden met
het profiel dat u eerder heeft opgeslagen. Het doel is, het
profiel zo snel mogelijk te lopen.
1. Druk de START-toets in: de training begint en de
loopmat zet zich in beweging.
2. U kunt desgewenst uw snelheid handmatig of met de
PSC-functie wijzigen.
3. Het display van de meter toont tijdens de training
het verloop van het profiel en de op komst zijnde
wijzigingen, en de stand ten opzichte van de opgeslagen
trainingsprestatie: de tekst “YOU ARE x.xx BEHIND”
wil zeggen dat u x seconden achterloopt en de tekst
“YOU ARE x.xx AHEAD” dat u x seconden voorloopt
T60_manual_uusi versio_j.indd 51T60_manual_uusi versio_j.indd 51 25.10.2006 13:34:2125.10.2006 13:34:21