46
HANDLEIDING
•
T60
ENTER
Bevestig hiermee uw keuze (trainingsmethode of -
programma, gebruikerinstelling).
MEMORY
Met de MEM-knop kunt u de zojuist afgesloten training
in het geheugen van de meter opslaan. Daarvoor is een
gebruikerscode vereist. Elke gebruikerscode heeft 5
geheugenlocaties.
PSC
Met de PSC-functie kunt u zonder de meter aan te
hoeven raken de snelheid van de loopmat tijdens de
training wijzigen, door een andere plaats op de mat
te kiezen. Voor de PSC-functie is het nodig dat de
hartslagmeter in gebruik is. De PSC-functie kan worden
gebruikt bij met de hand in te stellen training, bij HRC-
training die wordt bestuurd door de hellingshoek, in het
Rolling Hills-profiel en bij beide conditietesten.
SET
De SET-knop dient voor de selectie van uw
gebruikerscode, voor het instellen van uw
gebruikersgegevens, voor selectie van de meeteenheden
die het toestel gebruikt en voor het bekijken van de
totale loopafstand en loopuren van het toestel.
FUNCTIES
HEART RATE (hartslagmeting)
45-220 bpm. Het hartslaglampje licht altijd op, als de
meter het hartsignaal registreert.
KCAL (Calorieën)
Calorieverbruik 0-9999 kcal met 1 kcal nauwkeurigheid
ELEVATION (loophoek)
0-10 %, met 0,5 % nauwkeurigheid
TIME (tijd)
Trainingstijd 0:00 - 99:59 met 1 s nauwkeurigheid,
h1:40-h9:59 met 1 min nauwkeurigheid
DISTANCE (Afstand)
Trainingsafstand 0,00-99,99 km met 0,01 km
nauwkeurigheid
SPEED (Snelheid)
Snelheid van de mat 0,5-18,0 km/h / 11,2mph, met
0,1 km/h nauwkeurigheid. De controlelamp geeft de
geselecteerde eenheid aan (km/h, mph, pace = minuut /
kilometer).
GRAFIEK//TEKSTDISPLAY
Het model T60 heeft een gecombineerd tekst- en
profieldisplay, dat in het Engels informatie verstrekt aan
het begin van en tijdens de training.
INSTELLING VAN
GEBRUIKERGEGEVENS
Wij adviseren u om een gebruikerscode te kiezen
en uw persoonlijke gegevens op te slaan. Deze
informatie wordt o.a. gebruikt bij het schatten van uw
persoonlijke calorieverbruik. Verder kunt u instellen
met welke meeteenheden het toestel moet werken
en de totaalwaarden van het toestel bekijken. Met
uw gebruikerscode kunt u ook uw zojuist afgesloten
training opslaan.
1. Druk de SET-toets. Kies met de pijltoets
gebruikerscode 1-4. Bevestig de waarde van de instelling
met de ENTER-toets. LET OP! Onder ”NO USER”
staan toestelinstellingen, met totale loopafstand en -tijd.
2. Stel de meeteenheden in (Metric = gegevens volgens
het metrische systeem / Imperial = gegevens in Engelse
eenheden): verander de instelling met de pijltoetsen en
bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u
gaat dan verder naar de volgende instelling.
3. Geef uw gewicht op. Verander de instelling met de
pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de
ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende
instelling. Deze gegevens zijn nodig voor de inschatting
van het energieverbuik.
4. Stel het geslacht in (Male = man / Female = vrouw):
verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig
de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan
verder naar de volgende instelling. Deze gegevens zijn
nodig voor de inschatting van het energieverbuik.
5. Stel de leeftijd van de gebruiker in: verander de
instelling met de pijltoetsen en bevestig de waarde van
de instelling met de ENTER-toets; u gaat dan verder
naar de volgende instelling. Deze gegevens zijn nodig
voor de inschatting van het energieverbuik.
6. Stel het gebruik van het signaalteken in (ON =
signaalteken klinkt / OFF = signaalteken klinkt niet):
Bij profieltraining meldt de meter profielwijzigingen van
tevoren d.m.v. een geluidssignaal. Verander de instelling
met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met
de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende
instelling. BELANGRIJK! U kunt de eenheden tijdens
het trainen instellen: druk de SET-toets, verander
de instelling met de pijltoetsen en bevestig met de
ENTER-toets.
7. Stel de eenheden van het display in (km/h, min/
km, mph, min/mijl). Verander de instelling met de
pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de
ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende
instelling.
8. Stel voor training met PSC- of hartslagbesturing
de topsnelheid van de loopmat in met de pijltoetsen:
bij deze trainingsvormen wordt de snelheid gekozen
op basis van de hartslag. Als er geen topsnelheid is
opgegeven, kan deze tijdens te training te hoog worden.
De standaardwaarde voor de topsnelheid is 12 km/h.
Verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig
de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan
verder naar de volgende instelling.
9. Op het display TOTAL TIME -ziet u uw eigen totale
gebruiksduur van de loopmat. Door de ENTER-toets in
te drukken, gaat u verder naar het volgende display.
10. Op het display TOTAL DIST -ziet u uw eigen
loopafstand op de loopmat. Door de ENTER-toets
in te drukken, keert u terug naar de instelling van
gebruikergegevens, met de START-toets laat u de
getoonde gebruikerinstelling verdwijnen.
Wanneer u uw gegevens heeft ingevoerd, kunt u deze
later benutten door aan het begin van de training
T60_manual_uusi versio_j.indd 46T60_manual_uusi versio_j.indd 46 25.10.2006 13:34:1825.10.2006 13:34:18