Polar CS300 Heart Rate Monitor User Manual


 
16
Limieten voor uw persoonlijke hartslagzone bepalen
Bepaal uw OwnZone-limieten in een tot vijf minuten tijdens een warm-up door te fi etsen of hardlopen/joggen. U dient rustig en weinig
intensief te beginnen met trainen, waarna u geleidelijk de trainingsintensiteit verhoogt, om de hartslag te doen toenemen.
Controleer voordat u begint dat
Uw gebruikersinstellingen juist zijn.
De OwnZone-functie is geactiveerd. Als de OwnZone-functie is ingeschakeld, bepaalt de fi etscomputer telkens wanneer u begint met
trainen automatisch de OwnZone.
1. Start de registratie van de training. Het OwnZone-symbool
wordt weergegeven. Druk op OK om het bepalen van de OwnZone over te
slaan en de limieten van de vorige sessie te gebruiken.
2. Het bepalen van de OwnZone begint. Het proces bestaat uit vijf fasen. Een piep geeft het einde aan van elke fase (wanneer het geluid is
ingeschakeld), en het display wordt automatisch verlicht (als u de verlichting eerder heeft gebruikt). Probeer niet te stoppen tijdens het
bepalen van de OwnZone.
1. Fiets of loop een minuut in een rustig tempo. Houd uw hartslag onder de 100 hsm / 50 % HF
max
tijdens deze eerste fase.
2. Fiets of loop een minuut in een normaal tempo. Verhoog langzaam uw hartslag met ongeveer 10 hsm / 5 % HF
max
.
3. Fiets of loop een minuut in een vlot tempo. Verhoog uw hartslag met ongeveer 10 hsm / 5 % HF
max
.
4. Fiets een minuut in een vlot tempo of jog in een laag tempo. Verhoog uw hartslag met ongeveer 10 hsm / 5 % HF
max
.
5. Fiets of jog in een vlot tempo of ren gedurende één minuut. Verhoog uw hartslag met ongeveer 10 hsm / 5 % HF
max
.