14
3.3 TRAININGSINSTELLINGEN (EXE. SET)
U krijgt toegang tot de trainingsinstellingen door Settings -> EXE. SET te kiezen, of voordat u een training
registreert Exercise (Training) -> CYCLING / OTHER (Fietsen / Overig)-> SETTINGS (Instellingen) te kiezen. Met
deze instellingen kunt u het geluid van het hartslagzonealarm, de hartslagzonelimieten en de hartslagweergave
aanpassen.
1. ALARM: VOL 2 / VOL 1 / OFF (Uit)
Past het geluidsvolume van het hartslagzonealarm aan. Dit symbool
geeft aan dat het alarm is geactiveerd.
2. LIMITS (Limieten): OWNZONE (Persoonlijke zone) / AUTOMATIC (Automatisch) / MANUAL (Handmatig) / CADENCE (Trapfrequentie) / OFF
(Uit)
De limieten voor de hartslag (of trapfrequentie) helpen u tijdens de training bij het vasthouden van een bepaald intensiteitsniveau. De
hartslagzone is een bereik tussen de onder- en bovengrens voor uw hartslag. Als u een optionele trapfrequentiesensor heeft geïnstalleerd,
kunt u ook gebruik maken van de onder- en bovengrens voor de trapfrequentie.
U kunt trainen binnen vier verschillende limieten. Kies OFF (Uit) om te trainen zonder limieten.
• OWNZONE limieten - Zie hoofdstuk 3.3.1, Persoonlijke limieten.
• AUTOMATIC limieten - Zie hoofdstuk 3.3.2, Automatische limieten.
• MANUAL limieten - Zie hoofdstuk 3.3.3, Handmatige limieten.
• CADENCE limieten - Zie hoofdstuk 3.3.4, Trapfrequentielimieten.
3. HR VIEW (Hartslagweergave) : HR (Hartslag) / HR% (Hartslagpercentage)
Selecteer HR (HF) om uw hartslag weer te geven in hartslagen per minuut (hsm), of HR% (HF) voor een percentage van de maximale
hartslagfrequentie. Zie voor meer informatie over HF
max
hoofdstuk 5.2, Gebruikersinstellingen.