36
H A ND L EI D IN G • T 10
de hartslag die bij meer inspanning niet meer hoger
wordt. Als u niet weet wat uw maximale hartslag is,
kunt u de volgende formule als leidraad nemen:
220 - DE LEEFTIJD
Dit zijn gemiddelde waarden en het maximum
varieert van persoon tot persoon. De maximale
hartslag daalt per jaar met gemiddeld èèn punt. Als u
tot de risicogroepen behoort, vraag dan een arts uw
maximale hartslag te bepalen. Om u te helpen met
uw training, hebben wij drie verschillende hartslag
niveaus geselecteerd.
BEGINNER: 50 tot 60 % van de maximale hartslag
Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen,
mensen die herstellende zijn van een ziekte en mensen
die lang niet getraind hebben. Drie trainingen van
tenminste een halfuur per week zijn aan te bevelen.
Regelmatig trainen stimuleert bij een beginner de
ademhaling en bloedsomloop in sterke mate en zorgt
al snel voor een merkbaar resultaat.
GEMIDDELDE SPORTER: 60 tot 70 % van de maximale
hartslag
Een perfect niveau om de conditie te verbeteren en op
peil te houden. Zelfs een redelijk normale inspanning
- minimaal 3 trainingen van 30 minuten per week
- heeft een positief effect op hart en longen. Om uw
conditie verder te verbeteren kunt u het aantal keren
trainen per week verhogen of de duur van uw training
verlengen. Verhoog echter nooit beide tegelijkertijd!
GETRAINDE SPORTER: 70 tot 80 % van de maximale
hartslag
Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie
écht fit is en wie gewend is aan langdurige conditie
trainingen.
WERKING
1. Plaats de veiligheidssleutel in de stand ON en druk
op de toets START. De monitor gaat naar de functie
Manual.
2. Druk op ELEVATION + - of SPEED + - om
het gewenste programma te kiezen: P1, P2,
P3, P4, P5, P6, P7, gebruikersinstelling U1 en
gebruikersinstelling U2.
MANUAL
a. Druk op de toets ENTER om in dit programma te
gaan.
b. Het venster TIME knippert. Gebruik de toetsen
ELEVATION + - of SPEED + - om de gewenste
trainingstijd in te stellen.
c. Druk op de toets ENTER om de ingestelde waarde
te bevestigen.
d. Het venster DISTANCE knippert. Gebruik de
toetsen ELEVATION + - of SPEED + - om de
gewenste afstand in te stellen.
e. Druk op de toets ENTER om de ingestelde waarde
te bevestigen.
f. Het venster CALORIE knippert. Gebruik de
toetsen ELEVATION + - of SPEED + - om het
gewenste calorieverbruik in te stellen.
g. Druk op de toets ENTER om de ingestelde waarde
te bevestigen.
h. Druk op START om uw training te beginnen.
OPMERKING:
1. Indien u geen specifiek doel wenst te bereiken,
drukt u gewoon op START om de training te
beginnen.
2. Om een doel over te slaan, drukt u op de toets
ENTER om naar de volgende waarde over te gaan en
deze functie te laten optellen.
3. Indien u meer dan één doel instelt, drukt u zodra
het eerste doel bereikt is nogmaals op START. Deze
waarde blijft aftellen af tot het volgende doel bereikt
is.
OPMERKING:
Zodra het netsnoer wordt aangesloten verschijnt op
het scherm welke eenheid in gebruik is: kilometers of
mijlen.
PROGRAMMA’S 1 – 7
PROGRAMMA 1: manual
PROGRAMMA’S 2 – 4: gecombineerde programma’s,
hellingen en snelheid (helling en snelheid veranderen
automatisch tijdens de training)
PROGRAMMA 5 : snelheidsprogramma (de snelheid
verandert automatisch tijdens de training)
PROGRAMMA’S 6-7: hellingsprogramma’s (de helling
verandert automatisch tijdens de training).
Druk op SPEED + - of om het gewenste programma
te kiezen.
•
Het venster TIME knippert. Gebruik de toetsen
ELEVATION + - of SPEED + - om de gewenste
trainingstijd in te stellen.
•
Druk op de toets ENTER om de ingestelde waarde
te bevestigen.
•
Het venster DISTANCE knippert. Gebruik de
toetsen ELEVATION + - of SPEED + - om de
gewenste afstand in te stellen.
•
Druk op de toets ENTER om de ingestelde waarde
te bevestigen.
•
Het venster Kcal knippert. Gebruik de toetsen
ELEVATION + - of SPEED + - om het gewenste
calorieverbruik in te stellen.
•
Druk op de toets ENTER om de ingestelde waarde
te bevestigen.
•
Druk op START om uw training te beginnen.
OPMERKING:
1. Indien u geen specifiek doel wenst te bereiken,
drukt u gewoon op START om de training te
beginnen.
2. Om een doel over te slaan, drukt u op de toets
ENTER om naar de volgende waarde over te gaan en
deze functie te laten optellen.