42
H A N DL E ID I NG
voorzichtig in het frame. Schuif de stuurstang in de
voorste framebuis. Laat de vergrendelingsknop los,
nadat de stuurstang de gewenste hoogte heeft bereikt.
Zorg ervoor dat de stuurstang vergrendeld is. Bevestig
en draai de vergrendelingsknop vast door deze met de
richting van de klok mee te draaien.
MONITOR
Verbind de kabels van de stuurstang naar de
corresponderende aansluitingen van de monitor.
Steek de aangesloten kabels in de monitor, maar zorg
ervoor dat ze niet beschadigd raken als de monitor
wordt bevestigd. Plaats de monitor aan het uiteinde
van de steunbuis van de stuurstang en zet hem met 4
bevestigingsschroeven vast.
ZADEL
Draai de borgschroef van de zittinghouder los en draai
de bovenste borghendel zo dat deze op één lijn ligt met
de uitrusting. Plaats de zitting op de groeven van de
onderste borghendel. Draai de bovenste borghendel in
de richting van de bovenkant van de zittingrails en borg
de zitting door de borgschroef aan te halen.
TRANSFORMATOR
Steek de stekker van de transformator in het contact
in het achterframe. Steek dan pas de stekker in het
wandstopcontact. Trek na het trainen altijd de stekker
van de transformator uit het stopcontact. Het snoer mag
niet onder het apparaat doorlopen of op andere wijze
afgeklemd worden.
AFSTELLING
INSTELLEN VAN DE ZADELHOOGTE
Het zadel staat op de juiste hoogte als u, met een bijna
gestrekt been, met de holte van uw voet het pedaal in de
laagste stand kunt aanraken. Draai de vergrendelknop
èèn slag los. Hou het zadel met één hand vast en trek
met de andere hand de vergrendelingsknop naar u
toe om de stuurstang vrij naar boven en beneden te
kunnen verplaatsen. Heeft het zadel de juiste hoogte,
laat dan de knop los. Het zadel is nu op de juiste hoogte
vergrendeld. Draai de vergrendelknop weer vast. Door
middel van de schaalverdeling die is aangebracht op de
zadelstang, kunt u gemakkelijk onthouden wat voor u
de juiste hoogte van het zadel is.