55
NL
HANDLEIDING
•
E6
5. Begin met de training. Tijdens de training kunt
u met de pijltoetsen het hartslagniveau instellen.
De stippen geven de intensiteit van de training
weer. Hoe hoger de stippen, hoe zwaarder de
inspanning.
TARGET HR PROGRAMMA VOOR DE
STREEFHARTSLAG
Dit programma zorgt ervoor dat de weerstand
steeds zodanig aangepast wordt dat uw hartslag
op de ingestelde waarde blijft. Hiervoor moet
uiteraard de hartslag gemeten worden.
1. Druk na het aanzetten van de monitor of na het
indrukken van
RESET op de TARGET HR toets.
2. Het HR venster licht nu op. Kies met de
pijltoetsen de gewenste hartslagniveau (weerstand
(de vooraf ingestelde waarde is 110 bpm). Na het
instellen drukt u op
ENTER.
3. Het Time venster licht nu op. Kies met de
pijltoetsen de gewenste duur van de training
(10-90 min in stappen van 5 minuten). Na het
instellen van de trainingsduur drukt u op
ENTER.
4. Met de pijltoetsen stelt u het juiste
lichaamsgewicht in (de vooraf ingestelde
waarde is 70
KG). Bevestig dit getal met ENTER.
5. Begin met de training. Tijdens de training kunt
u met de pijltoetsen de het hartslagniveau instellen.
De stippen geven de intensiteit van de training
weer. Hoe hoger de stippen, hoe zwaarder de
inspanning.
U kunt het
TARGET HR -PROGRAMMA opslaan met
de
MEMORY FUNCTIE.
MEMORY
De monitor kan 8 zelfgeprogrammeerde trainingen
in het geheugen opslaan.
BEWAREN VAN EIGEN PROGRAMMA’S
Wanneer u een zelf ontwikkeld programma wilt
vastleggen, drukt u na de training op
MEMORY. Kies
met de pijltoetsen de gewenste geheugenlocatie
(u kunt kiezen uit P1-P8). Bevestig uw keus met
ENTER. Het eigen programma is nu vastgelegd in
de computer. In totaal worden per programma 32
veranderingen opgeslagen.
GEBRUIK VAN DE PROGRAMMA’S
1. Als u een eerder in het geheugen opgeslagen
programma wilt gebruiken, drukt u na het
aanzetten van de monitor, of na een druk op de
RESET toets, op de MEMORY toets.
2. Kies met de pijltoetsen of met de MEMORY toets
het gewenste programma en bevestig uw keuze met
ENTER.
3. Het Time venster licht nu op. Kies met de
pijltoetsen de gewenste duur van de training
(10-180 min in stappen van 5 minuten, de vooraf
ingestelde waarde is 20 minuten). Na het instellen
van de trainingsduur drukt u op
ENTER.
4. Met de pijltoetsen stelt u het juiste
lichaamsgewicht in (de vooraf ingestelde
waarde is 70
KG). Bevestig dit getal met ENTER.
5. Begin met de training.
Indien gewenst kunt u het inspanningsniveau
tijdens de training veranderen met de pijltoetsen.
Als u deze veranderingen in het geheugen wilt
opslaan, drukt u na de training op de
MEMORY
toets en kiest u met de pijltoets de gewenste
geheugenlocatie. Druk op
ENTER om uw keus te
bevestigen.
PAUZE
De waarden van een onderbroken training worden
5 minuten in het geheugen van de monitor
opgeslagen, waarna ze op nul worden gezet.
STORINGEN
De monitor meldt de storingen op het scherm aan.
Err 2 De trainer reageert niet op besturing.
De trainer 1 minuut niet gebruiken en daarna
herstarten. Als de melding niet verdwijnt, contact
met de dealer of Tunturi opnemen.
VERPLAATSEN
Wilt u uw fi etstrainer verplaatsen, doe dat dan op
de hieronder omschreven manier. Het verkeerd
optillen van een zwaar apparaat, kan immers
rugletsel veroorzaken.
BELANGRIJK! Schakel bij het verplaatsen van het
apparaat altijd eerst de elektriciteit uit en neem de
stekker uit het stopcontact!
Ga achter het apparaat staan. Pak met een hand
het zadel vast en met de andere het stuur. Plaats
een voet op de achtersteun. Kantel het apparaat zo
dat het op de transportwieltjes komt te staan. Rij
het apparaat op de transportwieltjes naar de andere
plek. Laat het apparaat langzaam zakken. Hou
daarbij het stuur vast en blijf achter het apparaat
staan tot de trainer weer op de grond staat.
Om schade aan het apparaat te voorkomen, is
het raadzaam de trainer op een droge plek met zo
min mogelijk stof en temperatuurwisselingen te
plaatsen.